• 470+ unieke supplementen uit voorraad leverbaar

  • Persoonlijk advies via telefoon, e-mail en chat

Vragen? Bel ons: 024-6635366

Zoek

Recente blog’s

    • Halloween: nicht nur Süßes oder Saueres!
    • Warum essen Yogis schwarzen Teer?
    • Trinken Sie auch ausreichend Bier?
    • Quitten: Die vergessene Frucht!
    • Herbstblues
    • Warum Gras-gefütterte Gelatine in Ihrer Ernährung nicht fehlen darf!

De invloed van de darmflora op de schildklier

Zoals we in het vorige blog schreven zijn er veel factoren die de werking van schildklier beïnvloeden. Je kunt hierbij denken aan de seizoenen, het dieet of medicijngebruik. Dankzij nieuwe inzichten is daar een extra factor bij gekomen: de darmflora.

Darmflora en hormonen

De miljarden micro-organismen die in je darmen verblijven hebben een grote invloed op de productie van hormonen, waaronder die van de schildkier. Dit is geen verassing in het licht van voortschrijdend inzicht dat de darmflora zo’n beetje met alle vitale lichaamsfuncties verbonden lijkt te zijn.

Omzetting T4 naar T3

De darmmicroben kunnen uiteenlopende hormonale stoffen herkennen zoals de bijnierhormonen adrenaline en noradrenaline, en schildklierhormonen. Ze kunnen hormonen zelfs sturen en beïnvloeden. In het geval van de schildklierhormonen assisteren de micro-organismen in de darm de omzetting van T4 naar T3. Ongeveer 20% van de totale T4 wordt omgezet naar T3 in de darmen.

Spijsverteringsstelsel beïnvloedt de schildklier

Ook galzouten die in de dunne darm terecht komen na het eten van vetten hebben een invloed op de schildklier, dit via de toename van een enzym dat T4 omzet naar T3 (iodothyronine deiodinase). Het spijsverteringsstelsel is dan ook niet te negeren als factor in het functioneren van de schildklier.

De “blinde vlek” in Westerse wetenschap

Experts op het opkomende gebied van de “systeembiologie” pleiten dan ook voor een betere integratie van de darmflora in het bewerkstelligen van medische vooruitgang. Dit is namelijk een blinde vlek in de moderne Westerse wetenschap.

Slechts 1% mens

Omdat we ongeveer 20.000 menselijke genen hebben en ongeveer 2-20 miljoen microbiële genen, zijn “we” slechts 1% mens. Laat dit even bezinken: van alle genen die wij met ons meedragen is maar één honderdste deel homo sapiens. Alle andere genen komen uit micro-organismen zoals bacteriën op de huid of in het darmstelsel. Het negeren van deze 99% van onze inwendige en uitwendige “genenpool” is dus eigenlijk erg onlogisch.  

Complexe problemen

De toenemende kennis van dit ingewikkelde ecosysteem in de darmen maakt het er niet makkelijker op. Om het complexe geheel goed te begrijpen is gewone biologie eigenlijk niet goed genoeg meer. Systeemproblemen staan dan ook in toenemende mate centraal in zowel de biologie als de geneeskunde.

Systeembiologie

Systeembiologie is de studie van systemen van biologische componenten zoals moleculen, cellen, organismen of hele soorten. Levende systemen zijn dynamisch en complex, en hun gedrag is moeilijk te voorspellen op basis van hun afzonderlijke onderdelen. Door het begrijpen van het geheel (met behulp van onder andere bio-informatica, biologie, computerwetenschappen, bouwkunde en natuurkunde) ontstaat er nieuwe kennis waarmee ook voorspeld kan worden hoe systemen in de loop der tijd veranderen. Het geheel is groter dan de som van zijn delen.

Darmflora als oplossing

Het lijkt soms zelfs logischer om oplossingen niet in de menselijke genen te zoeken maar juist in de opmaak van de darmflora. Dit is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan omdat er hiervoor een paradigmaverschuiving nodig is in de denkwijze van de vele wetenschappen die zich bezighoudt met voeding, biologie en geneeskunde.

Meerdere factoren

Voor de schildklier is het belangrijk om te weten dat het functioneren niet bepaald wordt door één systeem maar veel systemen tezamen. Deze bevinden zich in ogenschijnlijk afzonderlijke regionen in het lichaam maar zijn functioneel gezien nauw verbonden met elkaar.

Go to Top