Internationale Mannendag!
Alweer een paar dagen geleden -19 november- werd Internationale mannendag gevierd. Ondanks dat de groep ‘mannen’ een groot deel van de wereldbevolking omvat, is er over het algemeen relatief weinig aandacht voor deze dag. Best vreemd, want mannen -zonen, vaders, broers en vrienden- verdienen soms ook wat extra aandacht. Ze vervallen vaker in dakloosheid, worden vele malen meer slachtoffer van geweld, ontwikkelen een ziektegerelateerd drank-, of drugsprobleem en ze overlijden vaker ten gevolgen van suïcide.
De datum is de verjaardag van de vader van Dr. Jerome Teelucksingh; een arts die International Men’s Day (opnieuw) lanceerde in 1999. Doel van International Men’s Day is de bewustwording van positieve mannelijke rolmodellen en de problematiek rondom problemen die specifiek voor mannen gelden. Het pallet varieert van gezondheid en geestelijke gezondheid tot genderspecifieke uitdagingen met betrekking tot (groot)vaderschap, culturele mannelijkheidscodes, gezondheid en ouder worden. Het thema van dit jaar was: “Het verschil maken voor mannen en jongens”.
Ondanks het feit dat er relatief weinig aandacht aan wordt besteed, bestaat er een reeks gezondheidsproblemen die jongens en mannen wereldwijd onevenredig treft. Sommige van deze problemen hebben betrekking op aangeboren sekseverschillen, anderen weer op sociaaleconomische factoren en elementen uit de directe leefomgeving; zoals de blootstelling aan schadelijke stoffen.
Stress
Waarschijnlijk hebben de meeste factoren betrekking op een combinatie van beiden. Geslacht en epigenetische regulatie van hormonen dragen bij aan een mogelijke biologische overbelasting. Stress tijdens de prenatale periode en het vroege postnatale leven zorgt bij mannelijke nakomelingen met name voor een gevaar in het ontwikkelen van ziekten waarbij socialisatie betrokken is. Denk aan ontwikkelingsstoornissen in het autismespectrum en problematiek met betrekking tot de aandacht en cognitie.
Het is algemeen bekend dat de gemiddelde levensduur van mannen korter is dan die van vrouwen. Dit geldt zowel onder normale omstandigheden als in perioden van ernstige hongersnood en epidemieën.
Het belang van de gezondheid van mannen is echter minder opgemerkt en meer diffuus erkend dan de gezondheid van vrouwen, wat deels kan worden toegeschreven aan het feit dat er geen duidelijke periode van drastische hormonale verandering bij mannen is – tenzij ze gymratten zijn van een bijzonder ambitieus slag.
Het mannelijk brein wordt kwetsbaarder beschouwd dan het vrouwelijk brein. Er zijn aanwijzingen dat de redenen hiervoor zijn: (1) grotere beschikbaarheid van glutathion bij vrouwen; (2) groter sulfaat – gebaseerde detoxificatie capaciteit bij vrouwen; (3) potentiërende effecten van co-blootstelling aan neurotoxische stoffen en testosteron; (4) grotere neuro-inflammatoire respons bij mannen; (5) verminderde kwetsbaarheid voor oxidatieve stress bij vrouwen; en (6) neuroprotectieve effecten van vrouwelijke hormonen (progesteron en oestrogeen), in het bijzonder bij het verminderen van oxidatieve stress en ontsteking.
Zaadgezondheid: wat is de stand van zaken?
Het onderzoek naar gemeenschappelijke risicofactoren voor reproductieve aandoeningen bij mannen, waaronder kanker en onvruchtbaarheid, vereist goed opgezet epidemiologisch onderzoek en het verzamelen van individuele gegevens. Enkele trends zijn hierdoor aan het licht gekomen. De incidentie van zaadbalkanker is bijvoorbeeld toegenomen in blanke mannen over de hele wereld.
Er is zich opstapelend bewijs dat de mannelijke onvruchtbaarheid als voorbode en afspiegeling van toekomstige gezondheid gezien kan worden. Mogelijke associaties tussen onvruchtbaarheid en de gezondheid kunnen ontstaan uit genetische, ontwikkelings-, en leefstijlfactoren. Studies hebben mogelijke banden blootgelegd tussen de mannelijke onvruchtbaarheid en oncologische, cardiovasculaire, metabole, en auto-immuunziekten. Mannelijke onvruchtbaarheid is tevens een mogelijke voorspeller van ziekenhuisopname en sterfte.
We kennen spermakwaliteit als een bekend probleem. Al in 1992 beoordeelden Carlsen en collega’s 61 heterogene observationele studies over de kwaliteit van sperma die tussen 1938 en 1990 gepubliceerd werden. Deze publicatie suggereerde dat de gemiddelde spermaceldichtheid aanzienlijk was gedaald tussen 1940 en 1990. Een uitgebreide meta-analyse van 101 studies, gepubliceerd in 2000, bevestigde een daling van de spermaceldichtheid in de periode van 1934 tot 1996. De sleutelboodschap van de meta-analyse was dat spermacellen wereldwijd over de afgelopen decennia met ongeveer 50% waren gedaald.
Deze conclusies zijn sindsdien echter in twijfel getrokken. Een belangrijk methodologisch probleem van meta-analyse is het gebruik van gegevens die in verschillende landen, op verschillende tijdstippen, over verschillende populaties en middels verschillende methoden voor sperma-analyse zijn verzameld. Bovendien zijn de resultaten van onderzoeken met betrekking tot sperma-analyse vaak bevooroordeeld, door b.v. selectiecriteria van vrijwilligers. In de meeste onderzoeken naar kenmerken van menselijk sperma zijn de onderzochte populaties onvoldoende goed gedefinieerd en vormen de deelnemers aan deze studie geen representatieve populatie.
Een evaluatie uit 2014 onderzocht systematisch het bewijs voor dalende spermatellingen en de hypothese dat een verhoogde blootstelling aan milieuverontreinigende stoffen verantwoordelijk is voor een dergelijke achteruitgang. De studie omvatte epidemiologische studies gepubliceerd van 1985 tot en met 2013. De auteurs concludeerden dat er niet genoeg bewijs was om een wereldwijde daling van het gemiddeld aantal zaadcellen te bevestigen. Ook lijkt er geen wetenschappelijke consensus te bestaan over een oorzakelijke rol voor hormoonontregelaars bij een historische achteruitgang van de spermaproductie. Dergelijke veronderstellingen zijn, kort gezegd, gebaseerd op enkele meta-analyses en retrospectieve studies, terwijl andere goed uitgevoerde onderzoeken deze bevindingen niet bevestigen.
Wat te doen met plastics?
Een aantal chemicaliën die nog altijd in plastic en andere kunststofproducten worden aangetroffen, kunnen werken als hormoonontregelaars. De bekendste van deze stoffen zijn de ftalaten, bisfenol A (BPA) en een aantal zogenaamd ‘veiligere substituten’, waaronder bisfenol B (BPB). Ze zouden de reproductieve functies van mannen negatief beïnvloeden, een verminderde testosteronproductie in de hand werken en oestrogene activiteit vertonen
Chemicaliën zijn overal
Van per- en polyfluoralkylstoffen (kortweg PFAS) bestaan er bijna 5.000 soorten, met typisch onbekende risicoprofielen voor de gezondheid van mensen, inclusief mannen. Onderzoek suggereert dat het regelmatig eten van afhaalrestaurants kan leiden tot een lager aantal zaadcellen omdat pizzadozen en hamburgerverpakkingen vaak PFA’s bevatten.
Plastic kookgerij, lepels en spatels bevatten vaak schadelijke stoffen die in het eten terecht komen bij kooktemperaturen boven 70 Celsius. Ze kunnen het beste worden vervangen door houten alternatieven.
BPA beïnvloedt spermatogenese en spermakwaliteit en heeft mogelijk transgenerationele effecten op het reproductieve vermogens van nakomelingen. BPA beïnvloedt ook rechtstreeks de cellulaire oxidatieve stressresponsmachines.
Vanwege zijn hormoonachtige eigenschappen kan het ook binden aan specifieke receptoren in doelcellen.
Telefoon in de broekzak
Er lijkt een verband te bestaan tussen blootstelling aan straling van mobiele telefoons, DNA-fragmentatieniveau en verminderde sperma-gezondheid. In vitro en in vivo studies suggereren dat blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van sperma. Uit dergelijke, inclusief recente, onderzoeken wordt duidelijk dat radiofrequente elektromagnetische velden geassocieerd met het gebruik van mobiele telefoons, schadelijke effecten hebben op belangrijke spermaparameters (waaronder het aantal zaadcellen, morfologie, motiliteit). Verder hebben de radiofrequentie elektromagnetische velden invloed op de rol van kinasen in het cellulaire metabolisme, het endocriene systeem, de genotoxiciteit, genomische instabiliteit en oxidatieve stress. Aldus kunnen radiofrequente elektromagnetische velden oxidatieve stress veroorzaken wat tot een verhoogd niveau van reactieve zuurstofcomponenten (reactive oxygen species, ROS) leidt en tot onvruchtbaarheid kan leiden.
Experimentele en observationele studies suggereren inderdaad dat mannen die hun mobiele telefoons routinematig in hun broek zakken hebben, aanzienlijk lagere sperma-aantallen laten zien en aanzienlijk verminderde sperma-beweeggelijkheid en -morfologie, hierbij hoort ook mitochondriale DNA-schade.
Volgens een onderzoek uit 2016 waarin 21 eerdere onderzoeken naar stralingseffecten op sperma werden onderzocht, rapporteerden 11 van de 15 onderzoeken die de beweeglijkheid van het sperma onderzochten een afname, 7 van de 7 onderzoeken die de productie van reactieve zuurstofcomponenten hebben gemeten vonden verhoogde niveaus, en 4 van de 5 onderzoeken die DNA schade onderzochten, toonden een verhoogde DNA schade door blootstelling aan radio-elektromagnetische velden aan. Tevens verminderde de bestraling de antioxidantspiegels in 6 van de 6 studies waarin dit fenomeen werd besproken. In 3 studies werden door suppletie van antioxidanten de negatieve gevolgen van straling met succes tegengegaan. Dit suggereert een rol voor supplementen, mogelijk een rol die verder gaat dan de klinische setting.
Geef me wat tips, man!
Ontwijken van elektromagnetische straling kan op zijn zachtst gezegd een uitdaging zijn voor de hedendaagse man. Algemene gezondheid blijft de beste gok van elke man en elke vrouw. Onderzoek suggereert dat de beste manieren om mannen te helpen gezond te blijven algemene interventies in de levensstijl zijn die misschien triviaal lijken. Maar waarschijnlijk wel steeds belangrijker worden gezien de stijgende levensverwachting en de nadruk op kwaliteit van leven op hogere leeftijden.
Hier is wat “evidence-based” advies voor alle leeftijden:
- Vermijden van rookgewoonten en matiging van alcoholgebruik
- Lichaamsgewicht; beheersing van de tailleomtrek
- Controle van bloeddruk, glucose en cholesterol en het behoud van cognitieve gezondheid
- Regelmatig sporten en fysiek actief blijven
- Emotioneel gezondheidsonderhoud, inclusief stressmanagement en een goede nachtrust.
- Eet zo min mogelijk fastfood, of opwarmmaaltijden uit de magnetron
- Vervang plastic flesjes door een hervulbare aluminium drinkfles
- Vervang plastic en siliconen keukengerei door houten spatels en lepels.